Provincies en drinkwater: rol, taken en samenwerking
20 februari 2023Provincies spelen een sleutelrol bij het waarborgen van de kwaliteit en kwantiteit van zoetwater in Nederland. Bovendien hebben ze de zorgplicht voor een veilige en duurzame drinkwatervoorziening. Gezien de grote opgaven wat betreft de ruimtelijke inrichting zoals de woningbouwopgave en het klimaatvraagstuk, is het nu belangrijker dan ooit dat iedereen bij de Provincies zich daar bewust van is.
De rol van provincies voor het drinkwater in het kort
De taak van provincies voor de drinkwaterwinning:
- Provincies moeten bij elke beslissing over de ruimtelijke inrichting rekening houden met hun wettelijke zorgplicht om te zorgen voor een duurzame drinkwatervoorziening.
- Provincies wijzen algemene strategische voorraden aan om drinkwater te winnen.
- Provincies zijn verantwoordelijk voor de kwantiteit en kwaliteit van het grondwater en regionaal oppervlaktewater.
- Provincies zijn vergunningverleners. Ze bepalen hoeveel grondwater drinkwaterbedrijven en andere bedrijven mogen oppompen.
- Provincies bepalen wat industriële bedrijven wel of niet indirect (via het riool) mogen lozen op oppervlaktewater.
- Provincies spelen een grote rol bij het vaststellen van het natuurbeleid.
- Provincies zijn vaak aandeelhouders van drinkwaterbedrijven.
Provincies mogen nog meer voortouw nemen
Hans de Groene, directeur van de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin), de branchevereniging van alle drinkwaterbedrijven, pleit voor een actievere rol van provincies. “Door klimaatproblematiek zien we problemen er ontstaan. Provincies moeten nog actiever het voortouw nemen om samen met waterschappen en drinkwaterbedrijven die uitdagingen al in een vroeg stadium het hoofd te bieden.”
Drinkwater integraal onderdeel uitwerking NOVEX
Dit sluit aan op de provinciale startpakketten van de Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX). Die gaan over de toekomstige inrichting van Nederland in relatie tot bijvoorbeeld de woningbouwopgave, de stikstofaanpak, de verduurzaming van de landbouw, het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatvraagstuk. Bij al die vraagstukken hebben beslissingen direct en indirect invloed op de drinkwatervoorziening.
‘Zorgplicht openbare drinkwatervoorziening verdient extra aandacht’
Namens de regering onderstreepte minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in de begeleidende brief in december 2022 het belang om rekening te houden met drinkwaterfuncties bij het maken van ruimtelijke keuzes. Dus extra aandacht voor de kwaliteit en beschikbaarheid van bestaande drinkwaterbronnen zorgen voor voldoende mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe en aanvullende drinkwaterbronnen.
Zowel kwaliteit als kwantiteit onder druk
Volgens De Groene van Vewin spelen er een aantal waterthema’s in ons land. “Er zijn zowel kwaliteits- als kwantiteitsvraagstukken. In gebieden waar veel grondwaterwinning plaatsvindt, vooral in het noorden, oosten en zuiden, vormen emissies uit de landbouw een bedreiging. Voor oppervlaktewater zijn verontreinigingen van industrieel afvalwater, microplastics en op een aantal plaatsen verzilting de voornaamste uitdaging. Medicijnresten zijn ook een actueel vraagstuk, niet alleen voor oppervlaktewater maar ook voor grondwater.”
Effecten klimaatverandering merkbaar
Als een rode draad door die uitdagingen lopen de effecten van klimaatverandering, vervolgt De Groene. Zo zorgde de langdurige droogte afgelopen zomers op verschillende plekken voor problemen in de drinkwatersector. “Door een lage afvoer van rivieren was de concentratie verontreinigingen in oppervlaktewater soms te hoog. Daardoor gold bij een aantal waterwinpunten een tijdelijke innamestop. Een aantal oppervlaktewaterbedrijven had te kampen met verzilting van de bronnen. Bij grondwaterwinning voor drinkwater in Oost-Nederland moest soms noodgedwongen meer grondwater omhoog worden gepompt dan was toegestaan in de winvergunningen. Ook hadden meerdere bedrijven te maken met drukverlagingen als gevolg van toenemend waterverbruik.”
Richtlijnen en wetten om voor schoon en voldoende water te zorgen
Om te zorgen dat nu en in de toekomst schoon en voldoende zoetwater beschikbaar is in Nederland, geldt een aantal nationale en internationale richtlijnen, wetten en beleidsprogramma’s. Op Europees niveau is dat de Kaderrichtlijn Water (KRW), op landelijk niveau zijn het Deltaprogramma Zoetwater, de Drinkwaterwet, de Waterwet, Structuurvisie Ondergrond (STRONG) en Omgevingswet belangrijk. Daarin staan onder meer aan welke normen en eisen grond- en oppervlaktewater moeten voldoen en dat alle overheden (Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten) de zorgplicht dragen voor een veilige en duurzame drinkwatervoorziening.
Provincies verantwoordelijk voor grondwater en regionaal oppervlaktewater
Provincies zijn samen met de waterschappen verantwoordelijk voor de kwaliteit en kwantiteit van grondwater en regionaal oppervlaktewater, legt De Groene uit. “Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de rijkswateren, zoals grote rivieren en meren in Nederland. Om die kwaliteit en kwantiteit in de verschillende regio’s te waarborgen, moeten de provincies de landelijke wetten en kaders vertalen naar provinciaal niveau.”
Provincies zijn vergunningsverstrekkers. Ze bepalen waar en hoeveel grondwater er mag worden onttrokken
Provincie is vergunningsverstrekker, voorraadzoeker en aandeelhouder
Hij somt een aantal concrete taken van de provincie op. “Provincies zijn vergunningsverstrekkers. Ze bepalen waar en hoeveel grondwater drinkwaterbedrijven en andere grote grondwatergebruikers (een aantal bedrijven) mogen onttrekken en wat complexe industriële bedrijven wel of niet indirect (via het riool) mogen lozen op oppervlaktewater. Daarnaast hebben provincies de taak om samen met drinkwaterbedrijven te zoeken naar aanvullende strategische grondwatervoorraden (ASV’s, red.), om ook in de toekomst voldoende drinkwater te garanderen. Provincies spelen ook een belangrijke rol als het gaat om het vaststellen van natuurbeleid. Tot slot zijn provincies vaak aandeelhouders van drinkwaterbedrijven.”
Provincies werken samen in Interprovinciaal Overleg
Omdat de meeste waterthema’s provinciegrenzen overstijgen en voor een duurzame drinkwatervoorziening landelijke samenwerking noodzakelijk is, schuiven de provincies gezamenlijk aan bij het Interprovinciaal Overleg (IPO). Het IPO is lid van de Stuurgroep Water. Daar zitten ook Vewin, de Unie van Waterschappen en de betrokken ministeries van I&W en EZ aan tafel.
Ben de Reu was tot en met 2019 portefeuillehouder Water bij het IPO (gedeputeerde Huib van Essen heeft dit stokje overgenomen). “We brengen in kaart welke thema’s en uitdagingen er per provincie spelen, licht De Reu toe. “Vervolgens stellen we met Vewin en de waterschappen een gemeenschappelijke agenda op die we meegeven aan het kabinet. Als portefeuillehouder Water ben ik een soort woordvoerder en onderhandelingspartner namens de provincies. Ik hoef niet zozeer het belang van water aan te kaarten bij de ministeries – dat zien ze wel –, maar het is wel zaak dat er ook daadwerkelijk geld wordt vrijgemaakt. Bijvoorbeeld voor ontziltingsmaatregelen en de zoektocht naar aanvullende grondwatervoorraden.”
Geld en zoetwater eerlijk verdelen
Dat geld moet vervolgens op een eerlijke manier worden verdeeld over de provincies en tussen de verschillende belanghebbenden. De Reu: ”Hoewel de drinkwatervoorziening de hoogste prioriteit heeft, zijn er natuurlijk ook andere zoetwatergebruikers, zoals de landbouw en industrie. Daarom worden ook de LTO, natuur- en milieuorganisaties en de industriesector actief betrokken bij het IPO. Samen kijken we hoe het beschikbare zoetwater zo goed mogelijk kunnen beschermen én verdelen. De zoetwaterverdeling in Nederland is een goed voorbeeld van een heel breed polderend overleg.”
Ook kleinschaligere regionale samenwerking provincies
Omdat sommige regio’s met dezelfde wateruitdagingen kampen, bundelen provincies ook op kleinere schaal hun krachten. Zo werkt De Reu’s ‘thuisprovincie’ Zeeland in het gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta intensief samen met buurprovincies Noord-Brabant, Zuid-Holland en het Belgische Vlaanderen in de strijd tegen verzilting.
De Reu: “Zeeland wordt omringd door zout water en heeft dus geen eigen zoetwatervoorziening. Voor de aanvoer van zoetwater zijn we afhankelijk van de omliggende provincies. Daar hebben we van oudsher al veel en goed contact mee. Samen met Noord-Brabant zijn we bijvoorbeeld bezig met de zoetwatervoorziening bij het Volkerak-Zoommeer.”
Energiepartijen aan tafel voor infrastructuur in de bodem
Vewin-directeur De Groene is goed te spreken over de huidige samenwerking met provincies. Wel verwacht hij de komende jaren een aantal belangrijke veranderingen. “We staan aan het begin van een enorme energietransitie. Die heeft ook veel invloed op de drinkwatervoorziening, onder andere de infrastructuur in de bodem. Gasnetten moeten worden opgeruimd, warmtenetten worden aangelegd. Geothermie en grondwatervoorraden moeten goed worden gescheiden. Vooral bij dat laatste spelen provincies een belangrijke rol.”