‘Bollentelers hebben een sterke, intrinsieke motivatie om te verduurzamen’
25 september 2019Het gebruik van bestrijdingsmiddelen zorgt voor verontreinigingen in grond- en oppervlaktewater, en daarmee in drinkwaterbronnen. Daarom besteedt het Drinkwaterplatform extra aandacht aan dit onderwerp. Een van de veroorzakers is de bollenteelt. De sector is volgens André Hoogendijk van branchevereniging KAVB hard aan het werk voor verduurzaming. “Maar voor bollentelers is dat vaak een flinke uitdaging.”
Nederland is wereldwijd de grootste teler van bloembollen. Die teelt vindt voornamelijk plaats in Zuid- en Noord-Holland, Flevoland, Drenthe en Overijssel, maar ook in andere provincies. Deze provincies ondervinden ook de nadelen van de bollenteelt. Op verschillende plekken rondom bloembollenvelden worden namelijk chemische verontreinigingen in zowel grond- als oppervlaktewater aangetroffen.
Lees meer over de gevolgen van bestrijdingsmiddelen voor drinkwaterbronnen.
Bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt
“Net als andere landbouwvormen heeft de bollenteelt te maken met schimmels en ongedierte”, zegt André Hoogendijk, adjunct-directeur van bloembollenbranchevereniging KAVB. “Die bestrijden we met verschillende typen middelen, zowel chemisch als biologisch. Onze makke is dat we in Nederland een relatief kleine teelt zijn. Producenten van gewasbeschermingsmiddelen maken geen beschermingsmiddelen specifiek voor de bollenteelt. We gebruiken daarom voornamelijk een combinatie van middelen die bij vergelijkbare teelten worden gebruikt, zoals aardappelen, uien en wortels. ‘Tweedehandsjes’ dus.”
‘Voor de bollenteelt zijn er weinig groene middelen op de markt’
Weinige groene middelen
Gewasbeschermingsmiddelen voor marginale teelten lopen vaak achter op het gebied van duurzaamheid, zegt Hoogendijk. “De ontwikkeling van groene beschermingsmiddelen is vooral gericht op grotere teelten, zoals graan en maïs. Dat is rendabeler voor producenten: de ontwikkeling kost veel tijd en geld en bij kleine teelten is er minder afzet. Voor de bollenteelt zijn dus weinig groene middelen op de markt. Per bollensoort verschilt het ook nog welke middelen beschikbaar zijn. Voor tulpenteelt, dat de helft van de bollenteelt vertegenwoordigt, bestaan bijvoorbeeld vrijwel geen groene middelen. Bij de een-na-grootste teelt, de lelieteelt, gaat het al wat beter.”
Verontreinigingen uit verleden
De hoge concentraties middelen die in grondwater worden aangetroffen, zijn voornamelijk afkomstig van activiteiten uit het verleden, zegt Hoogendijk. “Tot de jaren ‘80 waren de EU-richtlijnen en landelijke normen een stuk minder streng, waardoor er veel meer schadelijke middelen op de markt waren en veel meer werd gespoten. Die stoffen breken vrijwel niet af en kunnen decennialang de bodem in dalen. Daardoor vinden we ze nu terug in grondwatervoorraden. Dat probleem is dus niet binnen een jaar opgelost. De huidige toelatingseisen en normen zijn gelukkig een stuk strenger. Nieuwe middelen breken vaak binnen een paar uur af, waardoor het deel dat niet op een gewas belandt elders geen schade aanricht.”
Bollentelers willen verduurzamen
Hoogendijk benadrukt dat uit- en afspoeling niet alleen problematisch zijn voor het milieu en drinkwaterbedrijven, maar ook voor de telers zelf. “Een bollenteler wil dat een middel terechtkomt op de plek waar het effect heeft, op het gewas dus. Middelen zijn vaak duur, het is natuurlijk zonde als een groot deel in de bodem of het water belandt. Bovendien gebruiken telers het water uit de omgeving voor hun gewassen, ze hebben er zelf dus ook baat bij dat het water schoon is. Daarnaast is het milieubewustzijn bij veel telers de laatste jaren sterk gegroeid. Er is een sterke intrinsieke motivatie om te verduurzamen.”
‘Middelen zijn vaak duur. Zonde als een groot deel in de bodem of het water belandt’
Ambities en projecten
Verschillende programma’s zorgen ervoor dat bollentelers de groene weg inslaan. Zo moet het project Schoon erf, schone sloot de erfafspoeling van middelen de komende jaren met 80 procent verminderen. Op landelijk niveau heeft de KAVB in de visie ‘Vitale Teelt 2030’ de ambitie uitgesproken om de teelt grondig te verduurzamen, onder meer door minder afhankelijkheid van chemische middelen en inzet van modernere spuittechnieken. Daarnaast werkte de vereniging mee aan de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 van de Rijksoverheid. En op regionale schaal werkt de KAVB samen met drinkwaterbedrijven aan verbetering van de waterkwaliteit, zoals rondom de Drentse Aa, een drinkwaterbron voor Waterbedrijf Groningen.
Negatief in het nieuws
Ondanks de duurzame ambities komt de bollenteelt soms nog negatief in het nieuws. Zo werd in maart in een Zembla-uitzending gesteld dat omwonenden van bollenvelden worden blootgesteld aan ‘bollengif’. Er waren zelfs concentraties stoffen aangetroffen in urine van baby’s. Een beeld dat niet helemaal rechtdoet aan de praktijk, vindt Hoogendijk. “De basis van het onderzoek is een terechte zorg, maar de berichtgeving is heel suggestief. Uit het onderzoek, waaraan we zelf hebben meegewerkt, blijkt dat kinderen buiten het bollengebied – de controlegroep – evenveel waren blootgesteld aan de stoffen. Daarnaast zitten de aangetroffen concentraties onder de veilige norm en zijn er geen gezondheidsrisico’s, dat hebben de minister en het RIVM zelf aangegeven. Bovendien worden de middelen ook toegepast in bijvoorbeeld de aardappelteelt. Dat de kop luidt ‘Bollengif in babyluiers’ is dan natuurlijk een heel gek frame.”
‘“Bollengif in babyluiers” is natuurlijk een heel gek frame’
‘PBL-rapport: kwestie van interpretatie’
Ook een recent PBL-rapport, waarin staat dat de milieubelasting van chemische gewasbeschermingsmiddelen de laatste jaren onvoldoende is teruggebracht, is een kwestie van interpretatie, zegt Hoogendijk. “Er staat dat we onze doelen niet hebben gehaald. Maar er wordt gekeken naar een gemiddelde van drie jaar, terwijl er een stijgende trend te zien is waarbij het doel in het meest recente jaar al wel is gehaald. Het is jammer dat het negatieve er dan wordt uitgelicht. De berichtgeving mag soms best wat constructiever. Ik weet hoe hard telers bezig zijn om te verduurzamen en hoe zwaar dat kan zijn. Ze moeten alle regels kennen, subsidies aanvragen, personeel aansturen, administratie doen en natuurlijk zorgen voor een goede teelt. Dan is een schouderklopje soms wel op z’n plaats.”
Niet chemievrij, wel vergroenen
Volgens Hoogendijk is het een onrealistisch streven om de bollenteelt helemaal chemievrij te krijgen. “Teelt is geen natuurlijke situatie. Zolang je een gewas verbouwt, moet je ingrijpen om het in de condities te brengen die je wilt. Er is nog veel winst te halen bij het vergroenen van middelen. We hopen dat producenten zich meer op kleinere teelten richten, telers zijn grotendeels afhankelijk van wat er op de markt is. Daarnaast liggen er kansen bij het creëren van weerbaardere gewassen, natuurlijke bestrijding en precisielandbouw, waarbij middelen zorgvuldiger worden gebruikt. Want als er ingegrepen moet worden, dan het liefst zo groen mogelijk en daar waar het moet wezen: op het gewas en niet ernaast.”