Boeren rond Drentsche Aa werken samen aan reductie perceelsemissie
15 oktober 2020Waterbedrijf Groningen gebruikt water uit de beken van de Drentsche Aa om drinkwater van te maken. Door hevige regenbuien spoelen stoffen, zoals gewasbeschermingsmiddelen, in de sloten die in de beek uitmonden. Boeren rond het Anlooërdiep werken samen om perceelemissie terug te dringen. “Alle veehouders en akkerbouwers doen mee, dat is uniek.”
Door klimaatverandering veranderen de intensiteit en onvoorspelbaarheid van regenbuien. “Het is voor landbouwers een uitdaging om gewasbeschermingsmiddelen op het juiste moment toe te passen,” stelt Gerda Brilleman-Brondijk, omgevingsmanager bij Waterbedrijf Groningen. Door de extreme buien komen stoffen onbedoeld door afspoeling in het oppervlaktewater terecht. “Dit heeft consequenties voor de waterkwaliteit.”
Ongewenste stoffen soms te hoog
De bestrijdingsmiddelen en andere ongewenste stoffen komen uiteindelijk in de beken van de Drentsche Aa terecht, die vervolgens richting De Punt stromen. Dit is ook het innamepunt waar Waterbedrijf Groningen oppervlaktewater uit de beek oppompt om drinkwater van te maken. Op deze plek monitort het drinkwaterbedrijf de hoeveelheid ongewenste stoffen in het water. Brilleman-Brondijk: “We willen het oppervlaktewater schoonhouden en voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Hierin staat onder andere dat de zuiveringsinspanning van waterbedrijven niet mag toenemen.”
Iedereen is verantwoordelijk
De provincie Drenthe, waterschap Hunze en Aa’s en het Waterbedrijf Groningen werken al jaren samen aan de waterkwaliteit in het gebied. Naar aanleiding van het gebiedsdossier (2013) en het uitvoeringsprogramma (2015) ‘Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa’ zijn tien projecten geformuleerd die zich richten op het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de verschillende emissieroutes hiervan beter in beeld te brengen.
“We hebben steeds meer kennis van stofeigenschappen gekregen door samenwerking met verschillende partijen in het uitvoeringsprogramma,” licht Brilleman-Brondijk toe. Na de Tweede Wereldoorlog lag de focus binnen de landbouw vooral op productie, nu is er ook meer oog voor duurzaamheid en gezondheid. “De spuitvrijezones in het gebied, zoals die in het verleden zijn ingesteld, zijn goede maatregelen, maar met de kennis van nu zijn wellicht wijzigingen nodig.”
‘Zowel in de veeteelt, als akkerbouw doen boeren mee. Dat is uniek’
Terugdringen ongewenste stoffen noodzakelijk
Eén van de projecten van het uitvoeringsprogramma is het maatregelenproject ‘Verminderen perceelsafspoeling en -uitspoeling’, kortweg Perceelsemissie. De boeren rond het Drentse Anloo zijn voor de pilot gevraagd. Het is een uniek gebied, volgens Geertje Enting, projectleider namens Waterbedrijf Groningen en ook zelf boerin in het gebied. “In het gebied, zo’n zeshonderd hectare groot, is zowel veehouderij als akkerbouw. Ook is er geen invloed van stedelijk gebied. Al het water is afkomstig van neerslag en kwelwater uit het gebied zelf. Dat maakt deze locatie uniek.”
Samen verantwoordelijk
“Boeren werken hier van oudsher al veel samen, ze ruilen regelmatig percelen en delen bijvoorbeeld machines,” weet Enting. Grondruil tussen akkerbouwers en veehouders is een regionaal proces waarbij over en weer grond geruild wordt en meerdere landbouwbedrijven over een verloop van jaren dezelfde grond gebruiken. Dit grondruilen heeft als voordeel dat onder andere gezamenlijk wordt gewerkt aan bodemverbetering, graslandvernieuwing en uitwisseling van nutriënten. “Veehouders schakelen voor de toepassing van gewasbescherming vaak een loonwerker in of de akkerbouwers waar ze mee samenwerken,” zegt Enting. “Maatregelen op het risico op emissie naar het oppervlaktewater gaat daarom akkerbouwers, veehouders en loonwerkers aan. “
Deelname: 100 procent
Alle negentien boeren die grond in gebruik hebben in pilotgebied Anloo doen mee. “Zowel in de veeteelt, als akkerbouw. Dat is uniek,” volgens Enting. “We hebben een deelname van 100 procent. En we hebben er ook echt kritische boeren tussen zitten hoor, maar ook die zijn aan boord.” Die bereidheid was nog hoger dan Enting had gehoopt. “Er is veel welwillendheid en begrip dat water van hoge kwaliteit moet zijn en blijven.”
‘Een akkerrand zorgt wel tot dertig procent minder afspoeling’
Bezoek van een adviseur
Hoe dring je die perceelemissie terug? “Door heel specifiek per bedrijf te kijken wat nodig is en gebruik te maken van ervaren adviseurs die het gebied en de boeren goed kennen,” zegt de projectleider. Bij elk bedrijf kwam een adviseur langs om de werkwijze en de status van de percelen goed in kaart te brengen. Ook werden specialisten op het gebied van bodem ingezet. “Die keken onder andere naar de textuur van de bodem. Hoe goed kan bijvoorbeeld neerslag de zandgrond intrekken, dus wat is het infiltrerende vermogen van de bodem?” Daarna bespraken de adviseurs de maatregelen die het beste bij het bedrijf passen bij de boer aan de keukentafel.
Voor sommige boeren is analyse confronterend
Dat liep meestal vlekkeloos en soms wat stroever, erkent de projectleider. “Zo’n analyse was voor sommige boeren confronterend. Er was ook scepticisme. Een boer dacht: wat gaat zo’n specialist mij nou vertellen. Hij komt niet eens uit dit gebied.” Achteraf had die specialist dan toch gelijk. “De adviseurs hebben een frisse onafhankelijke blik en wisten het vertrouwen van de boeren te winnen.”
Belangrijkste maatregel: water vasthouden
Veel maatregelen zijn vooral gericht op het voorkómen dat neerslag afspoelt naar de sloot én het vergroten van het vermogen van een bodem om water vast te houden. Hoe? “Door bijvoorbeeld akkerranden te maken, die een buffer vormen om het water op te vangen. Zo stroomt het niet naar de sloot,” legt Enting uit. “Zo’n akkerrand zorgt wel tot dertig procent minder afspoeling. Op die randen willen we ook het liefst ondiepe gleuven, zodat het regenwater daarin blijft liggen. De akkerranden worden ingezaaid met wilde bloemenmengsels zodat ze ook bijdragen aan de biodiversiteit en ze zien er prachtig uit.”
Gootjes door de ‘wafeltjesmachine’
Een andere maatregel is door ondiepe infiltratieputjes in de Drentse zandgrond te maken. De fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, die ook bij het project betrokken zijn, ontwikkelden een machine die de boeren in de volksmond de ‘wafeltjesmachine’ noemen. “Die machine kunnen boeren dan uitproberen om die zelf misschien later aan te schaffen,” aldus Enting.
Ook boerenbelang: raak water niet kwijt
Overigens hebben de boeren zelf ook baat bij het beter vasthouden van water. Enting: “Tot 2017 was het vooral: hoe raak ik water zo snel mogelijk kwijt. Nu met die droge zomers is er een verschuiving naar: hoe houd ik het water op mijn perceel voor de gewassen beter vast? Inzicht in een gezonde bodem, goede gewassen en de juiste maatregelen, daar heb je als boer ook zelf wat aan.”
‘We willen een vertrouwensband met oog voor de belangen van het drinkwater én die van de boeren’
Voortgang: vertraging door corona
Door corona liepen sommige delen van het project vertraging op. Veel gezamenlijke bijeenkomsten lagen stil en adviseurs konden minder makkelijk langskomen. Enting hoopt bepaalde onderdelen van het project weer op te kunnen pakken. Enting: “In 2021 hopen we met monitoring een antwoord te kunnen geven of de maatregelen effect hebben gehad.”
Subsidie om de plannen uit te voeren
Voor de maatregelen tegen perceelemissie kunnen de boeren subsidie aanvragen. Zo worden de investeringen 40 procent goedkoper. De regeling is bedoeld voor aanschaf van nieuwe machines of voor bodemherstelwerkzaamheden, die de infiltratie bevorderen. Dat extra geldpotje is geen overbodige luxe, benadrukt Enting. “De marges op landbouwproducten zijn flinterdun, er is weinig ruimte om extra dingen te doen. Veel boeren willen wel groen denken, maar hebben niet de financiële ruimte om hier ook naar te handelen.”
Eén missie, één belang
Enting kent de Drentse taal van de boeren in het project. “Als er eentje zegt: “Ja, ja, het zal wel zo wezen”, dan is dat Drents voor: ik geloof er niets van,” zegt ze lachend. “Daar moeten we voor waken. Dat betekent een vertrouwensband met oog voor de belangen van het drinkwater én die van de boeren. En soms zitten die twee niet eens zo ver uit elkaar.” Brilleman-Brondijk vult aan: “We zijn nuchtere noordelingen, zo verloopt ook die samenwerking met alle partijen: we kijken elkaar recht in de ogen aan.”