Drie kilometer drinkwaterleiding verleggen voor Groningse ringweg

7 augustus 2019

In Groningen wordt momenteel druk gewerkt aan de ombouw van de zuidelijke ringweg. In voorbereiding daarop moesten verschillende netbeheerders, waaronder Waterbedrijf Groningen, hun ondergrondse leidingnetwerk verleggen. Hoe pak je zo’n project gezamenlijk aan? En hoe beperk je de overlast?

De zuidelijke ringweg, een belangrijk onderdeel van de ringweg rond Groningen, gaat op de schop. Maar om bovengronds aan de slag te kunnen, moet eerst de ondergrondse infrastructuur onder handen worden genomen. Een flinke opgave met de nodige risico’s, zegt Dick van de Weerd (links op de foto hieronder), die namens Waterbedrijf Groningen (WBG) als projectleider bij de Aanpak Ring Zuid (ARZ) is betrokken. “In de ondergrond liggen kilometers aan kabels en leidingen van het gasnet, energie, drinkwater, telecom en riolering. Als daar iets mee gebeurt, heeft dat gevolgen voor de stad. Het is dus belangrijk om een vinger aan de pols te houden. Moeten we onze drinkwaterleidingen verleggen of kunnen ze blijven liggen? En als ze blijven liggen, onder welke randvoorwaarden?”

Vroegtijdig overleggen en plannen

Om de samenwerking zo goed mogelijk te laten verlopen, riep opdrachtgever Rijkswaterstaat alle betrokkenen al in 2012 bijeen. Van de Weerd: “Bij zo’n groot project moet je al in een vroeg stadium om tafel gaan om doelen te stellen en afspraken te maken. Behalve dat elke partij een eigen kabel- of leidingnet beheert, heb je te maken met organisaties van verschillende groottes die met verschillende procedures en systemen werken. Bij een regionaal drinkwaterbedrijf zijn de lijntjes kort, maar bij een landelijke organisatie als Enexis (netbeheerder van gas en elektriciteit, red.) kost het wat meer tijd om ergens akkoord voor te krijgen. Daar moet je vooraf wel rekening mee houden.”

Verschillende aannemers, veel contact

Uiteindelijk besloten WBG en Enexis de werkzaamheden gezamenlijk door een aannemer te laten uitvoeren. De gemeente, verantwoordelijk voor de riolering, en RWS, verantwoordelijk voor de ringweg zelf, werkten met een eigen aannemer. “Alles vond in goed overleg plaats, zowel tussen de aannemers als met de projectleiders van elke organisatie. Dat moet ook wel, want we moesten met z’n allen opereren in een kleine ruimte.”

Prioriteiten drinkwaterbedrijf

In totaal moest WBG ruim drie kilometer aan drinkwaterleiding verleggen. Een van de belangrijkste uitdagingen daarbij was om calamiteiten, zoals graafschade, te voorkomen, zegt Van de Weerd. “Het is onze wettelijke taak om de leveringszekerheid van de drinkwatervoorziening te waarborgen. Daarom is het transportnet zo ontworpen dat er bij een sluiting aan de ene kant er altijd nog voldoende water via de andere kant kan worden aangevoerd. Daar merken de klanten weinig van. Alleen als aftakkingen van het transportnet worden af- of aangekoppeld kan er even geen water worden geleverd in een klein deel van het gebied. Die werkzaamheden en het spoelen van de leidingen duren meestal een paar uur, hooguit een dag.”

“Plannen aanpassen kost veel tijd en levert soms chagrijn op. Maar je moet er samen uitkomen”

Weerbarstige ondergrond

Na jaren van voorbereiding gingen de ondergrondse werkzaamheden in 2015 van start. In 2016 en 2017 werden de meest complexe verleggingen, nabij het Julianaplein, gerealiseerd. Maar lang niet alles verliep daarbij soepel. Van de Weerd: “De ondergrond bleek weerbarstiger dan gedacht. Een tweetal boringen is vastgelopen, onder meer op zwerfkeien en grindnesten. Omdat daar niet doorheen was te komen, moesten we onze plannen aanpassen. Ook bleken er problemen met te passeren rioolleidingen, waardoor we opnieuw met elkaar om tafel moesten. Dat kost veel tijd en levert soms behoorlijk wat chagrijn op. Maar je moet er wel samen uitkomen.”

Flinke vertraging

De problemen zorgden volgens Van de Weerd voor een flinke vertraging. “Omdat we met verschillende aannemers werken en in dezelfde ruimte opereren, ben je van elkaar afhankelijk. Als bij de ene partij iets misgaat, heeft dat gevolgen voor de ander. Ook de bouw van de ringweg zelf wordt geconfronteerd met tegenslagen. Daardoor is de ringweg niet in 2021 klaar, maar zoals het er nu naar uitziet pas in 2024. Inmiddels zijn voor ons de belangrijkste verleggingen gelukkig achter de rug. We moeten alleen nog een paar leidingen verleggen omdat de ontwerpplannen van RWS onlangs weer iets zijn aangepast.”

Lessen geleerd

Ondanks de hobbels die het project kent, ziet Van de Weerd ook de positieve kanten van de ARZ. “We hebben een paar belangrijke lessen geleerd, zoals planningen nog beter op elkaar afstemmen. Die les wordt ook meegenomen bij andere projecten in Groningen, zoals Samen aan de Leiding. Ook het bodemonderzoek moet nog beter, zodat knelpunten in een eerder stadium inzichtelijk zijn. Als we vooraf een duidelijker beeld van de ondergrond hadden gehad, hadden we onze werkwijze en planning aangepast en een hoop vertraging en kosten bespaard.”

Communicatie klanten

Over de communicatie richting de klanten is Van de Weerd wel erg te spreken. “Als een straat jarenlang openligt, geeft dat veel overlast voor omwonenden en bedrijven. Aanrijroutes zijn omgelegd en mensen zitten jarenlang in lawaai. We hebben dus zowel voorafgaand als tijdens de werkzaamheden klanten voortdurend geïnformeerd, onder andere met informatiefolders en fysieke bijeenkomsten. Als je ze meeneemt in het proces kweek je begrip. Bovendien is het belangrijk dat er één aanspreekpunt is en dat mensen weten bij wie ze moeten zijn voor vragen.”

“Of je nou gas, water of energie levert, we doen het allemaal voor dezelfde klant”

Gedeeld maatschappelijk belang

Want de betrokken partijen mogen dan verschillen in grootte, kennis en activiteiten die ze uitvoeren, samen vertegenwoordigen ze wel hetzelfde maatschappelijk belang, benadrukt Van de Weerd. “Of je nou gas, water of energie levert, we doen het allemaal voor dezelfde klant en zijn geen concurrenten van elkaar. We komen natuurlijk op voor het belang van de drinkwatervoorziening, maar dat belang is bij zo’n grootschalig project maar relatief. Je moet voortdurend oog hebben voor elkaar en de eindgebruiker en blijven benadrukken dat het om het totale resultaat gaat. Dat zorgt, ondanks wat obstakels onderweg, uiteindelijk voor een goede samenwerking.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *