Gemeente als regisseur van de ondergrond: 9 tips
De toenemende hoeveelheid kabels en leidingen in de ondergrond leidt steeds vaker tot graafschade en zorgt voor risico’s als opwarming van drinkwaterleidingen. Saskia de Haas is naast haar functie als directeur Assets en Operatie bij Waternet sinds een jaar werkzaam als regisseur Ondergrond bij de gemeente Amsterdam. Ze vertelt over de extra complexiteit van de ondergrond in grote steden en deelt tips over hoe je als gemeente de regierol pakt en de beschikbare ruimte veilig en efficiënt benut.
9 tips voor gemeenten als regisseur van de ondergrond:
- Richt een regieteam in voor de ondergrond dat afdelingen overstijgt
- Stel een omgevingsprogramma ondergrond op met gebiedskenmerken en kaders en richtlijnen
- Verzamel, verbind en orden alle data van de ondergrond
- Pak een sturende rol en zorg voor bindende afspraken
- Stem de planning van alle betrokken partijen op elkaar af
- Zorg voor goed onderling overleg, creëer begrip en bewustzijn
- Houd in het ontwerp van de openbare ruimte rekening met de ondergrond
- Zoek naar slimme oplossingen, zoals leidingkokers en mantelbuizen
- Investeer in toezicht en handhaving bij de uitvoer van werkzaamheden
Volg de laatste ontwikkelingen via onze LinkedIn pagina.
De drukte in de ondergrond neemt toe
Riolering, drinkwaterleidingen, stroom- en glasvezelkabels, het gasnet. De ondergrond ligt vol kabels en leidingen. En het wordt alleen maar drukker. Door bevolkingsgroei moet de capaciteit van het netwerk de komende jaren flink worden uitgebreid. Daarnaast komen er door de energietransitie nog eens een hoop kabels en leidingen bij. Steeds meer gemeenten zijn bezig met het uitrollen van een warmtenet. Ook vraagt toenemend gebruik van elektriciteit voor meer en dikkere stroomkabels.
Daardoor ook een veiligheidsrisico voor drinkwater
Deze ontwikkelingen maken het niet alleen drukker, ze brengen ook risico’s met zich mee, zegt Saskia de Haas, regisseur Ondergrond bij de gemeente Amsterdam. “Bijvoorbeeld opwarming van de ondergrond. Om te zorgen dat drinkwater in verband met kans op bacteriegroei niet te veel opwarmt, moeten leidingen altijd op een gepaste afstand van elkaar liggen. Maar met de al bestaande drukte is dat een enorme opgave.”
‘Een kruin van een boom is vaak net zo groot als het wortelpakket onder de grond’
Meer groen neemt ook extra ruimte in onder de grond
Daar komt nog bij dat gemeenten werken aan een klimaatadaptieve inrichting van de openbare ruimte. De Haas: “Om piekbuien beter te kunnen bufferen en te zorgen voor voldoende verkoeling in hete periodes is vergroening nodig. Bijvoorbeeld het plaatsen van bomen. Maar deze vragen ook ruimte in de ondergrond. Een kruin van een boom is vaak net zo groot als het wortelpakket. Ook daar moeten we dus rekening mee houden.”
Extra complexiteit in grote steden
Door de grote bevolkingsdichtheid is de opgave om alles op een veilige en zorgvuldige manier in de ondergrond te ordenen in een stad als Amsterdam nog extra groot, zegt De Haas. “Al die woningen vragen om aansluitingen en dan is de beschikbare ruimte ook nog eens kleiner, door alle smalle straten, weggetjes en grachten. In 90 procent van de gevallen lukt het in onze stad niet om aan het standaard uitlegschema met gewenste afstanden te voldoen.”
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief
Nauwelijks ruimte voor meer leidingen
De beperkte ruimte maakt het al ingewikkeld om bestaande leidingen te vervangen, laat staan om het net uit te breiden, zegt De Haas. “We moeten als gemeente investeren in de energietransitie, zoals alternatieven voor gas. De vraag is alleen: waar is nog ruimte en voor welke oplossing kunnen we kiezen? Voor warmtepompen is vaak geen plek, maar het uitleggen van een warmtenet doe je ook niet zomaar even. Lang niet elke wijk is hiervoor geschikt en je moet ook nog bepalen welk type warmtenet gepast en gewenst is.”
9 tips voor de gemeente als regisseur van de ondergrond
Om de complexe puzzel te leggen, is volgens De Haas regie nodig vanuit de gemeente. Hoe doe je dat en welke voordelen levert dat op? 9 tips.
1. Richt een regieteam in dat afdelingen overstijgt
Amsterdam pakt de regierol als gemeente sinds een jaar met een regieteam Ondergrond, met De Haas als regisseur. “We hebben bewust gekozen voor een regieteam en niet voor een aparte afdeling. De ondergrond is namelijk een integraal onderdeel van al het werk wat de gemeente doet. Of je nu bezig bent met woningbouw of verkeer. Als je van de ondergrond een aparte afdeling maakt, laat de rest van de organisatie het los. Met ons team vormen we de verbinding tussen alle afdelingen en directies binnen de gemeente.”
2. Stel een omgevingsprogramma ondergrond op
Een van de dingen waar het regieteam een bijdrage aan levert, is het opstellen van een omgevingsprogramma ondergrond. De Haas: “Hierin leggen we de kenmerken van de ondergrond vast per wijk en stadsdeel. Bijvoorbeeld de beschikbare ruimte boven en onder de grond en het bodemtype. Op basis hiervan kunnen we kaders en richtlijnen opstellen voor hoe we alle kabels en leidingen het meest efficiënt en veilig kwijt kunnen. We zijn nu druk bezig om per gebied in kaart te brengen wat overal ligt.”
3. Verzamel, verbind en orden alle data van de ondergrond
Het in kaart brengen is volgens De Haas een behoorlijke opgave. “Een van de problemen is dat in het verleden niet altijd goed is gedocumenteerd wat waar precies ligt. Dit veroorzaakt onder meer schade bij graafwerkzaamheden, omdat een leiding anders ligt dan verwacht. Het verzamelen en ordenen van data is dan ook een belangrijke stap die we nu moeten zetten. Soms betekent dat dat we opnieuw in beeld moeten brengen hoe alles ligt, maar soms ook dat we bestaande data beter met elkaar verbinden.”
4. Pak een sturende rol en zorg voor bindende afspraken
Het maken van bindende afspraken en sturend optreden is in de ogen van De Haas de sleutel tot succes. “Als we alles blijven doen op basis van vrijblijvendheid, zijn we te veel afhankelijk van de goede wil van partijen. Dat gaat soms tijdelijk of lokaal goed, maar als het erop aankomt willen partijen vaak alsnog hun eigen plan trekken en op de beste plek in de ondergrond liggen. Vaak boven, want dat is het meest goedkoop in beheer en onderhoud. Maar dat kan gewoon niet.”
5. Stem de planning van alle netbeheerders op elkaar af
Als voorbeeld van sturend optreden, noemt De Haas het afstemmen van de planningen van alle partijen. “Wat je nu vaak ziet, is dat een straat meerdere keren opengaat. Eerst voor het aanleggen van glasvezel en dan een paar jaar later voor vervanging van de riolering. Dat zorgt voor veel overlast voor de omgeving en onnodige kosten. Als we de langetermijnplanningen van alle partijen weten, kunnen we werkzaamheden veel efficiënter op elkaar afstemmen. Vervolgens moet je als gemeente zeggen: deze straat gaan we volgend jaar aanpakken, de tien jaar erna gaat de straat niet meer open.”
6. Zorg voor goed onderling overleg, creëer begrip en bewustzijn
Sturend optreden wil niet zeggen dat de gemeente alles zelf bedenkt en vervolgens neerlegt bij de partijen, benadrukt De Haas. “We doen zoveel mogelijk in gezamenlijk overleg. We bespreken onze ideeën in zowel kleine als grote groepen. Bijvoorbeeld over nieuwe uitlegschema’s in beperkte ruimten. Ook onderbouwen we onze keuzes, dat zijn we ook verplicht. En we leggen uit dat het maken van goede afspraken over bijvoorbeeld de planning in ieders belang is. Hiermee hopen we meer bewustzijn en uiteindelijk een omslag in denken te creëren. Dat laatste is misschien wel de grootste uitdaging.”
De inrichting van de ondergrond begint bovengronds. Houdt daar dus rekening mee in het ontwerp
7. Houd in het ontwerp van de openbare ruimte rekening met de ondergrond
Dat bewustzijn moet er niet alleen zijn bij de netbeheerders, maar ook bij de ontwerpers van de ruimtelijke omgeving, zegt De Haas. “De inrichting van de ondergrond begint bovengronds. Het is ondenkbaar dat je een wijk ontwerpt zonder te kijken naar de ruimte in de ondergrond, zoals waar leidingen en kabels moeten komen en of er voldoende plek is voor wortels van bomen. Toch gebeurt dat nog steeds. Daarom besteden we veel aandacht aan voorlichting om de ondergrond al direct in het ontwerp mee te nemen.”
8. Ga op zoek naar slimme oplossingen
Om alle netten in zo’n ontwerp zo goed mogelijk een plek te geven, kun je ook kijken naar slimme oplossingen. Als voorbeeld noemt De Haas een verticaal kabels- en leidingensysteem (VKLS), waar de gemeente Leiden mee experimenteert. “Een VKLS is een soort rek waarin kabels en leidingen heel netjes en op een gepaste afstand onder of naast elkaar liggen. Hiermee benut je de ruimte optimaal. Dit zou je bijvoorbeeld goed bij nieuwbouw kunnen toepassen. Nadeel is wel dat het veel geld kost. Een andere oplossing is het bundelen van kabels in mantelbuizen, zoals glasvezelkabels.”
9. Zorg voor voldoende toezicht en handhaving
Tot slot stipt De Haas nog een punt aan dat onmisbaar is om uiteindelijk tot een beter geordend systeem te komen: toezicht en handhaving. “Dit is niet alleen in Amsterdam een probleem, maar in heel Nederland. Je kunt van alles bedenken aan regels, als je geen toezicht houdt en niet handhaaft, werkt het systeem niet. Je moet erop toezien dat partijen kabels en leidingen leggen op de afgesproken plek en zich houden aan hun opruimplicht. En als dat niet gebeurt, moet dat consequenties hebben.”