‘In Utrecht werken we al zoveel mogelijk in de geest van de Omgevingswet’
25 september 2020Beleidsmakers krijgen vanuit het Rijk de opdracht integrale oplossingen te vinden voor de fysieke leefomgeving. Het onderdeel drinkwater is daarbij van groot belang, maar staat niet bij iedereen goed op het netvlies. Hoe zorgt de provincie Utrecht voor een goede verdeling en benutting van het beschikbare water?
René van Elswijk is deelprojectleider voor de milieueffectrapportage van de Omgevingsvisie en werkzaam bij het team Water en Bodem bij de provincie Utrecht. Voorheen was hij onder andere beleidsmaker op het gebied van drinkwater.
Conny Raijmaekers is projectleider van de Omgevingsvisie bij de provincie Utrecht en probeert alle belangen zo goed mogelijk af te wegen. Daarnaast zorgt ze voor samenhang tussen de Omgevingsvisie, Omgevingsverordening en bijbehorende programma’s.
Welke uitdagingen spelen er in de fysieke leefomgeving van de provincie Utrecht?
Conny Raijmaekers: “Het zijn dezelfde uitdagingen die ook door het hele land spelen. Denk aan de toenemende woningbehoefte, de energie- en landbouwtransitie, bodemdaling, het stikstofvraagstuk en klimaatadaptatie. Wat onze situatie extra gecompliceerd maakt, is dat we een kleine provincie zijn met relatief veel inwoners. Daarnaast kent de provincie hoge ruimtelijke kwaliteiten van bijvoorbeeld natuur en landschap, waardoor de ruimte voor ontwikkeling van onder andere woningbouw of duurzame energie nog beperkter is.”
René van Elswijk: “Als het gaat om water is klimaatverandering een van de belangrijkste uitdagingen. Lange periodes van droogte hebben laten zien dat het watersysteem onder druk staat, wat leidt tot knelpunten voor de landbouw, natuur en drinkwatervoorziening. Daarbij komt nog dat de vraag naar drinkwater door verwachte bevolkingsgroei in Utrecht toeneemt. In de stedelijke omgeving spelen vooral vraagstukken rondom beperken van wateroverlast en het tegengaan van hittestress.”
Op welke manier wordt het beschikbare water in Utrecht verdeeld en benut?
Van Elswijk: “Bij de waterverdeling moeten we onderscheid maken tussen de korte en lange termijn. Bij extreme situaties, zoals watertekorten door langdurige droogte, treedt de verdringingsreeks in werking. Die bepaalt welke functie voorrang krijgt. (Deze verdringingsreeks is er voor oppervlaktewater, niet voor grondwater, red.) De hoogste prioriteiten zijn het waarborgen van veiligheid tegen overstromingen en het voorkomen van onomkeerbare schade aan bijvoorbeeld natuur. Ook het veiligstellen van de drinkwatervoorziening heeft een hoge prioriteit. Waterschappen kunnen daarnaast nog beregeningsverboden opleggen voor grond- en oppervlaktewater.”
‘Voor de lange termijn zijn ingrepen in het watersysteem nodig’
“Voor de lange termijn zijn ingrepen in het watersysteem nodig om de beschikking te houden over voldoende water van goede kwaliteit. Het Deltaprogramma Zoetwater speelt daarbij een belangrijke rol. Op de Utrechtse Heuvelrug hebben we met partners de Blauwe Agenda opgesteld. Samen met onder andere Vitens, natuurorganisaties en waterschappen kijken we hoe we water in natte periodes beter kunnen vasthouden en kunnen benutten in tijden van droogte. Ook het vervangen van naaldbomen door loofbomen zorgt voor meer aanvulling van het grondwater.”
Wat vraagt een integrale benadering van de betrokken partijen?
Raijmaekers: “Om meer oog voor het combineren van functies, bijvoorbeeld natuur, recreatie en water of water en duurzame energie. Belangrijk daarbij is intensieve samenwerking met betrokken partners. Afhankelijk van wat de situatie vraagt, hebben we als provincie daarbij een regierol. We proberen onze partners en ook burgers zoveel mogelijk te betrekken bij de inrichting van de fysieke leefomgeving, soms letterlijk al vanaf de tekentafel. In verschillende stuurgroepen luisteren we naar elkaars wensen en kunnen betrokkenen innovatieve ideeën aandragen voor bijvoorbeeld functiecombinaties. Door die samenwerking vergroot je het draagvlak voor het uitvoeren van beleid.”
Hoe is de samenwerking met drinkwaterbedrijven in Utrecht?
Van Elswijk: “Met de drie drinkwaterbedrijven die hier actief zijn, Vitens, Oasen en Waternet, hebben we een lange traditie van intensieve samenwerking. We overleggen regelmatig, waarbij ook gemeentes en andere betrokkenen aansluiten. Daarbij lopen we verschillende dossiers langs en kijken we naar een gezamenlijke aanpak van uitdagingen.
Met Vitens trekken we daarnaast nog op in de zoektocht naar locaties voor toekomstige waterwinning, de aanvullende strategische voorraden (ASV’s, red.). Als provincie zijn we verantwoordelijk voor het vinden van plekken voor grondwaterwinning en het verstrekken van vergunningen. Vitens verzorgt vervolgens alle activiteiten rondom de winning, productie en distributie. Ik merk dat ze daarbij steeds meer omgevingsgericht denken. Ook Vitens is zich bewust van het belang van samenwerking en combineren van functies.”
Wat betekent de komst van de Omgevingswet voor uitdagingen in de fysieke leefomgeving?
Raijmaekers: “De Omgevingswet biedt meer flexibiliteit en ruimte voor lokale afwegingen bij het ontwikkelen van de fysieke leefomgeving. De laatste jaren proberen we al zoveel mogelijk in de geest van de Omgevingswet te werken, door vraagstukken integraal en gebiedsgericht te benaderen. Het is jammer dat de invoering van de wet is uitgesteld tot 1 januari 2024, maar het verandert niks aan de weg die we zijn ingeslagen.”
‘Iedereen staat te popelen om met de Omgevingswet te kunnen werken’
Van Elswijk: “Iedereen staat te popelen om met de Omgevingswet te kunnen werken. Ik zie dat partners zoals gemeentes en waterschappen echt behoefte hebben aan meer samenwerking. We vinden het als provincie zelf ook heel belangrijk om mee te praten en belangrijke thema’s als drinkwater op tafel te brengen.”
Staat drinkwater goed op het netvlies bij beleidsmakers?
Van Elswijk: “Over het belang van drinkwater zijn alle partijen het wel eens. Ik zie wel dat het voor gemeenten vaak lastig is om drinkwater een plekje te geven in een omgevings- of bestemmingsplan. Drinkwater is maar een klein onderdeel van alle belangen en er is vaak geen aparte gemeenteambtenaar voor water. We proberen gemeenten zoveel mogelijk te ondersteunen bij het waarborgen van drinkwaterbelangen in een bestemmingsplan.”
Is er in de Regionale Energiestrategie (RES) voldoende aandacht voor water?
Raijmaekers: “Met de Ontwerp Omgevingsvisie en Interim Omgevingsverordening hebben we richtlijnen meegegeven voor het opstellen van de RES over wat waar wel of niet kan en welke functies combineerbaar zijn. Zo’n kader is belangrijk, om snelheid te maken met de energietransitie én de kwaliteiten in de provincie Utrecht te beschermen. Als provincie helpen we dus een goede afweging te maken tussen alle belangen en toetsen we de RES aan de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening die nu klaar zijn voor inspraak.”
Van Elswijk: “In provinciale verordeningen staat overigens al wel duidelijk aangegeven dat in grondwaterbeschermingsgebieden geen ruimte is voor risicovolle activiteiten, zoals aardwarmtewinning. Het lukt nu ook nog goed om de strategische grondwatervoorraad voor toekomstige drinkwaterbehoefte te scheiden van energiesystemen, zeker omdat warmte- en energiesystemen vooral in en rond stedelijk gebied worden ontwikkeld en grondwaterwinning daarbuiten zal plaatsvinden. Maar door de toenemende druk op de ondergrond wordt het wel een steeds grotere uitdaging. Zeker omdat er nog veel onzekerheid is over de ontwikkeling van aardwarmte en bodemenergie.”