Lozingen afvalstoffen bedreigen waterkwaliteit: strengere eisen en beter toezicht noodzakelijk

Lozingen van afvalstoffen vormen een bedreiging voor drinkwaterbronnen. Omdat veel stoffen moeilijk te verwijderen zijn, moeten drinkwaterbedrijven complexere en duurdere zuivering toepassen en inname van oppervlaktewater geregeld stilleggen. Toch zijn lang niet alle risicovolle stoffen opgenomen in lozingsvergunningen. Ook ontbreekt het – met name omgevingsdiensten – aan kennis over risico’s en capaciteit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. De drinkwatersector is dan ook bezorgd over de aanstaande Omgevingswet, die decentrale overheden meer vrijheid geeft bij het stellen van vergunningseisen. Het ontsluiten van alle lozingsvergunningen moet zorgen voor meer grip op lozingen.

Volg de laatste ontwikkelingen via onze LinkedIn pagina.

Lozingen en vergunningen in het kort

  • Lozingen van afvalstoffen bedreigen de waterkwaliteit
  • Veel lozingsvergunningen zijn gedateerd en onvolledig
  • Zo zijn schadelijke stoffen voor de drinkwatervoorziening vaak niet opgenomen
  • Ook de capaciteit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving is ontoereikend
  • De drinkwatersector is bezorgd over de komst van de Omgevingswet
  • Deze geeft decentrale overheden meer vrijheid bij vergunningseisen
  • Ook verandert het principe ‘verboden te lozen, tenzij’ in ‘lozen mag, tenzij’
  • De (drink)watersector helpt overheden aan meer kennis over risico’s
  • Het openbaar maken van vergunningen moet zorgen voor meer grip op lozingen
lozingen vergunningen

Het probleem: afvalstoffen in oppervlaktewater het grondwater

Voornamelijk oppervlaktewater, maar ook grondwater heeft veel last van afvalstoffen. Hierbij gaat het om:

  • Stoffen uit de industrie en consumentenproducten (zoals PFAS)
  • Restanten van geneesmiddelen
  • Restanten van gewasbeschermingsmiddelen

Door de aanwezigheid hiervan is de oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit op veel plekken in Nederland ondermaats. Onder meer de Maas en Rijn worden de laatste 10 jaar steeds viezer, blijkt uit de meest recente jaarrapporten van RIWA-Rijn en RIWA-Maas.

Gevolgen voor drinkwaterproductie

Dat heeft onder meer gevolgen voor de productie van drinkwater. Drinkwaterbedrijven moeten steeds complexere zuivering toepassen. Dit betekent niet alleen hogere investeringen, maar ook een hoger energieverbruik. Dit is in het strijd met het streven om met zo eenvoudig mogelijke zuivering drinkwater te produceren. Daarbij is water soms zelfs zo vervuild, dat bedrijven de inname van oppervlaktewater tijdelijk moeten staken.

Met name PMT-stoffen vormen een bedreiging

Afvalstoffen die vooral veel problemen geven in drinkwaterbronnen zijn de zogeheten PMT-stoffen: stoffen die persistent, mobiel en toxisch zijn. Onder andere PFAS vallen hieronder. Deze stoffen hebben de eigenschappen dat ze niet afbreken in het milieu, goed oplossen in water en giftig zijn voor mens en ecosystemen.

Omdat PMT-stoffen vaak relatief nieuw zijn, zijn hiervan de precieze risico’s nog niet bekend. Hierdoor behoren ze officieel nog niet tot de categorie Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en kunnen er formeel geen strikte lozingseisen worden gesteld, ondanks sterke aanwijzingen over de risico’s.  

Vanwege die risico’s leggen drinkwaterbedrijven de waterinname al bij kleine concentraties van een stof stil. Pas als vaststaat dat er geen risico is wordt de inname weer hervat.

Hetzelfde voorzorgprincipe zouden de drinkwaterbedrijven graag zien bij lozingsvergunningen: pas als is aangetoond dat er geen risico is, is een lozing toelaatbaar.

Lees verder onder de afbeelding

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Afvalstoffen zowel uit buitenland als Nederland

Een groot deel van de verontreinigingen is afkomstig van industriële lozingen. Deze lozingen vinden deels in het buitenland plaats, maar ook in Nederland zelf. Als het gaat om de hoeveelheid PFAS in de Maas is Nederland zelfs voor de helft verantwoordelijk, blijkt uit een rapport van onderzoeksinstituut KWR.

Vergunningen voor lozingen risicovolle stoffen

Voor het lozen van risicovolle stoffen heeft een bedrijf een vergunning nodig. Deze worden verstrekt door het bevoegd gezag. Wie dat is, hangt af van het type water waarop wordt geloosd:

  • Rijkswaterstaat voor lozingen op rijkswateren (grote rivieren, meren en kustgebied)
  • De waterschappen voor lozingen op regionale wateren
  • Omgevingsdiensten namens gemeenten voor lozingen op de riolering (indirecte lozingen) en ondiepe ondergrond
  • Omgevingsdiensten namens provincies als het gaat om lozingen in de ondergrond dieper dan 10 meter

Ondanks vergunningen nog te veel afvalstoffen

Ondanks dit vergunningstelsel belanden nog te veel ongewenste afvalstoffen in Nederland in het water. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas, de vereniging van drinkwaterbedrijven die Maas-water innemen, noemt drie belangrijke oorzaken hiervan.

  • Vergunningen zijn niet actueel

“Sommige lozingsvergunningen dateren nog uit de jaren 90 en zijn tussentijds nooit herzien. Door voortschrijdende inzichten en technieken weten we nu dat bepaalde stoffen risicovoller zijn dan we dachten. Maar niet elke vergunning is hierop aangepast. Een vergunning zou op z’n minst elke vijf tot tien jaar moeten worden herzien.”

  • Vergunningen zijn niet volledig

“Niet alle stoffen die een bedrijf loost zijn altijd meegenomen in een vergunning. Hierdoor kan een schadelijke stof soms jaren onopgemerkt in het oppervlaktewater belanden. Met een nulmeting van de afvalwaterstroom weet je precies wat er in het afvalwater zit. Daar zou je vervolgens je vergunning op moeten baseren.”

  • Vergunningen worden overschreden

“Er zijn helaas ook nog partijen die willens en wetens hun vergunning overschrijden. Hier zou het bevoegd gezag hard tegen moeten optreden. Helaas gebeurt dat niet altijd, onder meer vanwege gebrek aan capaciteit voor toezicht en handhaving.”

Capaciteitsprobleem toezicht en handhaving

Over dat laatste aspect maakt de drinkwatersector zich grote zorgen, vertelt Koen Zuurbier van drinkwaterbedrijf PWN. “Met name omgevingsdiensten ontbreekt het vaak aan capaciteit. Niet alleen als het gaat om het aantal mensen voor vergunningverlening,  toezicht en handhaving, maar ook op het gebied van kennis over de risico’s van stoffen. Als een bevoegd gezag, zoals een gemeente, het in beeld brengen van lozingen geen prioriteit geeft, zijn omgevingsdiensten niet toegerust op het uitvoeren van hun taken.”

Zorgen inrichting vergunningstelsel onder Omgevingswet

De inwerkingtreding van de Omgevingswet maakt de drinkwatersector er niet geruster op. De nieuwe wet geeft decentrale instanties namelijk meer vrijheid bij het stellen van eisen in vergunningen. Idee hierachter is dat er meer ruimte is voor maatwerk. Ook verandert het principe ‘verboden te lozen, tenzij’ in ‘je mag lozen, mits’.

Nieuwe lozingsprincipe vraagt nog meer van drinkwaterbedrijven

Volgens Zuurbier is dit het tegenovergestelde van wat er zou moeten gebeuren. “Het reguleren van lozingen vraagt juist om een centraal gestuurde aanpak. Wanneer de verantwoordelijkheid nog meer bij decentrale overheden komt te liggen, moeten we nog meer een vinger aan de pols houden. Dat vraagt alleen wel veel van onze capaciteit. Bovendien zou dat onze taak niet moeten zijn.”

De oplossing: Omgevingsdiensten ondersteunen met kennis

Momenteel probeert PWN samen met waterschappen in Noord-Holland de kennis bij lokale omgevingsdiensten te verbeteren. Zuurbier: “Wij maken inzichtelijk wat probleemstoffen zijn en wat het betekent dat we bepaalde stoffen in onze bronnen tegenkomen. Met meer bewustwording hopen we dat ze het probleem meer gaan voelen. En dat ze strenger zullen kijken naar vergunningseisen en deze waar nodig herzien.” 

Openbaar maken lozingsvergunningen

Een andere manier om meer grip te krijgen op lozingen is het openbaar maken van vergunningen, zegt Van der Ploeg van RIWA-Maas. “Het bevoegd gezag weet wat er is vastgelegd in een vergunning, maar voor de buitenwereld is dit niet zichtbaar. Hierdoor is het voor een drinkwaterbedrijf moeilijk te achterhalen waar een stof vandaan komt.”

Geoportaal lozingsvergunningen Maasstroomgebied

Hoewel de Tweede Kamer meermaals heeft aangedrongen op het inzichtelijk maken van lozingen van risicovolle stoffen, vindt demissionair minister Harbers van IenW dit geen taak van de landelijke overheid. Daarom heeft RIWA-Maas met samenwerkingspartners van de Schone Maaswaterketen de handschoen zelf opgepakt.

Van der Ploeg: “Samen met Rijkswaterstaat en vier lokale waterschappen hebben we de vergunningen voor directe lozingen in het stroomgebied van de Maas in kaart gebracht. Dit hebben we verwerkt in een online geoportaal in de Atlas voor een schone Maas.”

Voordelen transparante vergunningen

Het ontsluiten van vergunningen biedt verschillende voordelen, onder meer voor drinkwaterbedrijven.

  • Je kunt de herkomst van een stof sneller achterhalen

Als je weet welke bedrijven langs de rivier welke stoffen lozen, kun je de bron sneller opsporen. Van der Ploeg: “Het komt nu regelmatig voor dat drinkwaterbedrijven een stof aantreffen waarvan de herkomst onduidelijk is. Hierdoor duurt het soms weken voordat een lozing stopt. Vaak kan een drinkwaterbedrijf dan geruime tijd geen water innemen.”

  • Je kunt meekijken bij toezicht en controle

Het is niet alleen belangrijk te weten wat er in een vergunning staat, maar ook wanneer en hoe vaak die wordt gecontroleerd, zegt Van der Ploeg. “Als blijkt dat controles en handhaving maar zelden plaatsvindt, kun je daar kritische vragen over stellen.”

  • Je kunt adviseren bij de vergunningseisen

Van der Ploeg: “Drinkwaterbedrijven zouden graag geconsulteerd worden bij de verstrekking en herziening van lozingsvergunningen die schadelijk kunnen zijn voor de drinkwatervoorziening. Dit zit al in de regels, maar gebeurt in de praktijk nog weinig. Samen met de industrie (VEMW en VNCI) is daarom een sjabloon opgesteld om dit proces te ondersteunen.”

Transparantie stimuleert zorgvuldig handelen

Ander voordeel van transparantie is dat het bedrijven stimuleert zorgvuldig te handelen, zegt Van der Ploeg. “Je laat zien dat je niks te verbergen hebt en waarde hecht aan een schoon milieu. Al moet voor het milieu relevante informatie volgens het Verdrag van Aarhus sowieso openbaar zijn.”

Volgende stap: ontsluiten vergunningen indirecte lozingen

Als volgende stap wil Van der Ploeg ook de vergunningen voor indirecte lozingen – lozingen van bedrijven op de riolering – ontsluiten. “Indirecte lozingen zijn nu nog een blinde vlek. Terwijl deze afvalstoffen invloed hebben op de rioolwaterzuivering (rwzi) en uiteindelijk ook in oppervlaktewater en in drinkwaterbronnen belanden. Vanuit de ervaring met Rijkswaterstaat en de waterschappen kunnen we omgevingsdiensten helpen die route beter in beeld te krijgen.”

Verontreiniging Verontreiniging oppervlaktewater

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reacties

1
  • Anoniem
    Aafred Veen
    grote vervuilers zijn ook onze riool beheerders 35 jaar geleden al eens aangegeven bij gemeente vergadering gescheiden regenwater afvoer reactie is te duur nu bij een regenbui loopt de overstort van het riool, dus al het riool water in de sloot het regenwater niet zo snel afvoeren laten we maar eens natte voeten hebben net als jaren terug wat vroeger een klein slootje was is nu een grote diepe sloot
    Beantwoorden