Wet- en regelgeving rond drinkwater

Waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven, maar ook bedrijven en particulieren: wie te maken heeft met drinkwater, krijgt vroeg of laat te maken met de uitgebreide wet- en regelgeving. Een beknopt overzicht van alle wetten en regels.

Waterwingebied Wet En Regelgeving

De wetten en regelgeving die betrekking hebben op drinkwater zijn in twee categorieën onder te verdelen. Wetten en regels die gaan over de drinkwaterkwaliteit, dus over alles wat er gebeurt tussen de winning, de zuivering en de distributie van kraanwater.

Ook zijn er wetten en regels ter bescherming van de bronnen van dat kraanwater: het oppervlaktewater en het grondwater.

Lees verder onder de afbeelding

Blijf elke maand op de hoogte van de ontwikkelingen rond drinkwater via onze nieuwsbrief:

Drinkwaterwet en drinkwaterbesluit

De Drinkwaterwet en het drinkwaterbesluit behoren tot de eerste categorie. Zij gaan vooral over de drinkwaterkwaliteit van het kraanwater in Nederland. De overheid heeft hiervoor kwaliteitseisen vastgelegd, bijvoorbeeld over hoeveel stoffen en organismen er maximaal in het kraanwater mogen voorkomen. Deze wetgeving is niet alleen relevant voor drinkwaterbedrijven. De openbare drinkwatervoorziening is van groot maatschappelijk belang. Daarom is in de Drinkwaterwet een specifieke zorgplicht, gericht aan alle bestuursorganen opgenomen om te zorgen voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening.

Daarnaast hebben ook installateurs ermee te maken. Zij mogen bijvoorbeeld alleen goedgekeurde producten zoals kranen en leidingen gebruiken en die op een bepaalde manier toepassen om te voorkomen dat het kraanwater vervuild raakt.

De Omgevingswet

De Omgevingswet bundelt 26 wetten die betrekking hadden op de openbare ruimte en de ondergrond. De wet moet gemeenten houvast bieden bij het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplannen, bijvoorbeeld de aanleg van een windmolenpark, ondergrondse werkzaamheden of de komst van een bedrijventerrein. Het samenvoegen van verschillende wetten, zoals de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming, moet de opstart van zulke projecten eenvoudiger maken en maakt bovendien een einde aan wetgeving die elkaar tegenspreekt.

Het gaat in de Omgevingswet om de balans tussen het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Om drinkwater bij besluitvorming over de leefomgeving een prominente plek te geven, heeft de branchevereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland (Vewin) een speciaal Handboek Omgevingswet opgesteld.

Een oude wet die ook is opgenomen in de Omgevingswet, is de Waterwet. Die wet regelt op basis van de Europese Kaderrichtlijn (KRW) en de Grondwaterrichtlijn (GWR) het beheer van grond- en oppervlaktewater.

Ook regels ter bescherming van de bodem en het grondwater staan in de omgevingswet. Dan gaat het niet alleen over nieuwe bedreigingen voor de bodem, maar ook over hoe bestaande bodemverontreiniging moet worden aangepakt. Een belangrijk onderdeel van de wet is de ‘zorgplicht’. Kort en goed samengevat: de vervuiler van de grond en/of het grondwater zorgt ook voor het opruimen van die verontreiniging. Vervuilers krijgen dan ook te maken met de Wet Milieubeheer en de Nationale Richtlijn Bodembescherming (NRB), waarin staat hoe die verontreiniging moet worden opgeruimd. De provincie, gemeenten en het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat moeten dit handhaven.

Lees meer over de raakvlakken tussen de omgevingswet en drinkwater.

Bronbescherming

Voor de bescherming van de bronnen voor drinkwater wordt het wat betreft wetten en regels best ingewikkeld. Een overzicht van de Europese kaders tot de lokale regels.

Kaderrichtlijn Water (KRW)

De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn die ervoor moet zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in heel Europa in orde is. Kort samengevat: oppervlaktewater en grondwater moet schoon genoeg zijn om er redelijk eenvoudig drinkwater van te maken. Bedreigingen voor schoon water zijn onder meer stoffen uit gewasbeschermingsmiddelen, mest, medicijnresten of industriële lozingen, waarbij er extra aandacht is voor Zeer Zorgwekkende Stoffen.

Stroomgebiedbeheerplannen

De richtlijnen van de KRW zijn verder uitgewerkt in Stroomgebiedbeheerplannen (sgbp’en), die zes jaar gelden en worden vastgesteld door Regionale Ambtelijke Overleggen (RAO’s) en Regionale Bestuurlijke Overleggen (RBO’s). Hierin zitten vertegenwoordigers van de provincies, de waterschappen en soms gemeenten en niet-overheden. Rijkswaterstaat heeft in deze overleggen een coördinerende rol. De gemaakte plannen worden teruggekoppeld aan de Europese Commissie, die controleert of Europese wetgeving goed wordt nageleefd door de lidstaten.

Nederland is verdeeld over vier internationale stroomgebieddistricten: Rijn, Maas, Schelde en Eems. Er worden niet alleen afspraken vastgelegd over die grote waterwegen, maar over al het oppervlaktewater en het grondwater in dat gebied.

Europese regels waterbeheer

Naast de Europese Kaderrichtlijn Water zijn er nog andere Europese richtlijnen waaraan het waterbeheer moet voldoen in Nederland: de Drinkwaterrichtlijn, de Grondwaterrichtlijn, de Hoogwaterrichtlijn, de Kaderrichtlijn mariene strategie, de Nitraatrichtlijn, de Richtlijn prioritaire stoffen, de Richtlijn stedelijk afvalwater, de Richtlijn aquatisch milieu, de Viswater- en Schelpdierwaterrichtlijn en de Zwemwaterrichtlijn.

Provinciaal beschermingsbeleid voor grondwater

In gebieden waar drinkwater wordt geproduceerd van grondwater gelden strengere regels. Hoe dichter je bij de ‘put’ komt (de plek waar de waterwinning plaatsvindt), hoe strenger de regels. Er zijn drie zones: het waterwingebied, het grondwaterbeschermingsgebied en het intrekgebied. In elke provincie is in omgevingsverordeningen vastgelegd wat wel en wat niet is toegestaan in deze gebieden. De landelijke Wet milieubeheer stelt de kaders vast, provincies kunnen zelf nuances aanbrengen in die regels.

Zone 1: Het waterwingebied

Het waterwingebied is het gebied in de nabije omgeving van de waterwinning zelf. In feite mag hier helemaal niets met de grond of het grondwater gebeuren, omdat dit ook direct invloed heeft op de kwaliteit van het drinkwater. Daarom zijn deze gebieden bijna altijd in het bezit van de drinkwaterbedrijven zelf.

Zone 2: Het Grondwaterbeschermingsgebied

Trek een grotere cirkel rond de waterwinning: dit is het Grondwaterbeschermingsgebied. Hoe groot die cirkel is, hangt af per provincie. In de regel gaat het om het gebied waar het regenwater dat in de grond zakt er tot 25 jaar over doet om de bron te bereiken. Dit zijn vrijwel altijd landelijke gebieden, te herkennen aan de blauwe bordjes. Hier gelden strengere regels op het gebied van chemische verontreiniging, ook voor bewoners in deze gebieden. Zij mogen bijvoorbeeld geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken in hun tuin. Fabrieken en tankstations zul je hier niet tegenkomen.

Zone 3: Het intrekgebied

Trek een nog veel grotere cirkel rond de bron van het grondwater: dit is het intrekgebied. Regenwater wat hier in de bodem zakt zal ‘ooit’ in de bron terechtkomen. Hier gelden alleen planologische restricties. Gemeenten en provincies kunnen in dit gebied besluiten of en onder welke voorwaarden potentieel vervuilende bedrijven zich mogen vestigen.

Structuurvisie Ondergrond (STRONG)

De provincie is verantwoordelijk voor de grondlaag waar het grondwater zich in bevindt: van dertig tot ongeveer 200 meter diepte. Vanuit de nog diepere grondlagen kan gas, olie en zout worden gewonnen. Deze grondlaag kan ook worden gebruikt voor CO2-opslag en geothermie. Kortom: de drukte neemt toe in de ondergrond en elke nieuwe ontwikkeling heeft invloed op het grondwater. Om die belangen goed tegen elkaar af te wegen is er de Structuurvisie Ondergrond (STRONG), die overheden en bedrijven kunnen gebruiken om goede besluiten te nemen.

Wet- en regelgeving

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *