Toename kabels in de ondergrond, meer samenwerking en regie noodzakelijk

De groei van het aantal kabels in de ondergrond vormt een risico voor het drinkwaternet. Het wordt uitdagender onderhoud te plegen aan drinkwaterleidingen of ze te vervangen. Ook liggen kabels niet altijd op de juiste plek en ontbreekt toezicht en regie vanuit gemeenten. Meer samenwerking is noodzakelijk, maar blijkt niet altijd eenvoudig te organiseren. Drinkwaterbedrijf WML laat zien tegen welke problemen ze aanloopt en wat er beter moet.

Volg de laatste ontwikkelingen via onze LinkedIn pagina.

Kabels in de ondergrond

  • Door toename van kabels zijn drinkwaterleidingen lastiger te bereiken
  • Dit zorgt voor extra tijd en kosten voor uitvoering van werkzaamheden
  • Ook worden datakabels niet altijd op de juiste plek aangelegd
  • Samenwerking in de ondergrond is noodzakelijk, maar niet altijd eenvoudig
  • Dat komt onder meer door verschillen in type werkzaamheden en tijdsplanning
  • Gemeenten moeten beter toezicht houden op de uitrol van datakabels  

Het aantal kabels neemt toe

Het wordt steeds drukker in de ondergrond. Met name het aantal kabels neemt sterk toe. Door de energietransitie worden meer elektriciteitskabels aangelegd en in veel gebieden vindt uitbreiding plaats van het glasvezelnetwerk. De groei van het aantal kabels levert problemen op voor drinkwaterbedrijven.

Moeilijker om bij de drinkwaterleiding te komen

Onder andere het Limburgse WML maakt zich zorgen over de ontwikkeling, vertelt Rob de Swart, opzichter Hoofd- en Aansluitleidingen. “Hoe meer kabels in de bodem, hoe lastiger het wordt om de weg vrij te maken voor bijvoorbeeld onderhoud of vervanging van onze leiding. Soms lukt het zelfs helemaal niet om onze leiding te bereiken.”

Drinkwaterleidingen liggen met gasleidingen en elektriciteits- en datakabels in dezelfde nutsstrook. De Swart: “Onze leidingen liggen het diepst, op minimaal een meter onder het oppervlak. Dat is om de leiding te beschermen tegen vorst. Kabels liggen daar zo’n 40 centimeter boven. We moeten dus altijd langs bundels kabels graven om onze leiding te bereiken.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Werkzaamheden zijn lastiger te combineren

Bij werkzaamheden in de ondergrond probeert WML zoveel mogelijk samen te werken met andere netbeheerders. “We hebben een samenwerkingsverband – Synfra – met Brabant Water en Enexis, in Limburg de beheerder van het gas- en elektriciteitsnet. Door samen te werken kunnen we de planning combineren. Dat scheelt tijd, kosten en overlast voor de omgeving.”

Handelingen verschillen

Synfra loopt echter medio 2025 ten einde. De Swart: “Wij willen heel graag verder. Maar door de energietransitie bouwt Enexis het gasnetbeheer geleidelijk af en verschuift de focus meer naar elektra. Dat maakt het lastiger gezamenlijk de werkzaamheden uit te voeren. De handelingen bij werkzaamheden aan het water- en gasnet zijn redelijk vergelijkbaar, maar die tussen het waternet en elektriciteitskabels veel minder.”

Andere tijdsplanning

Naast verschillen in handelingen, zijn er ook verschillen in tijdsplanning, zegt De Swart. “Waar bijvoorbeeld een kabelnetwerk binnen een maand is uitgerold, duurt de aanleg van een waterleiding meerdere maanden. Behalve het uitgraven van de oude leiding en aanleggen van een nieuwe moeten we de leiding grondig testen voor gebruik. Daarvoor moet de leiding een drukproef doorstaan, spoelen we de leiding door en nemen we watermonsters. Daar gaat de nodige tijd overheen.”

Geen samenwerking met datakabelbedrijven

Samenwerking bij de uitrol van datakabels vindt zelfs helemaal niet plaats, vervolgt De Swart. “Datakabelbedrijven werken in opdracht van een projectontwikkelaar of gemeente. Ze werken in hoog tempo, rollen het glasvezelnetewerk uit en verdichten de straat weer. Dat gebeurt vaak onder grote tijdsdruk en ze werken niet met een meerjarenplanning. Dat maakt samenwerken vrijwel onmogelijk.”

Kabels liggen niet altijd op de juiste plek

Ook komt het regelmatig voor dat datakabels op een verkeerde plek en niet op de juiste diepte zijn aangelegd, zegt De Swart. “Partijen zijn conform de WIBON (Wet Informatie-uitwisseling Boven- en Ondergrondse Netwerken) verplicht de aangelegde kabels en leidingen in te meten zodat deze zichtbaar worden binnen KLIC (Kabels en Leidingen Informatie Centrum). Als wij dan willen graven voor onderhoud of vervanging, kunnen we precies zien welke kabels in de nabijheid van ons leidingnet liggen.”

Veel extra tijd en geld door verleggen kabels

Maar in de praktijk blijkt dat niet elke partij zich aan de aangegeven locatie houdt. De Swart: “Hierdoor zijn we heel veel extra tijd kwijt om bij onze leidingen te komen. Onze aannemer moet de kabels eerst heel zorgvuldig verleggen om de weg vrij te maken en uiteindelijk weer op de juiste plek te leggen en inmeten. Dat zorgt er niet alleen voor dat onze planning uitloopt, maar brengt ook extra kosten met zich mee. Die moeten wij dan weer verrekenen met de partij die verantwoordelijk is voor de kabels.”

Tijdsdruk en communicatie veroorzaken problemen

Volgens De Swart speelt onder meer de hoge tijdsdruk waaronder aannemers van databedrijven werken hierbij een rol. “Telecombedrijven willen zo snel mogelijk glasvezel aanleggen, zodat de gebruiker en zijzelf daarvan profiteren.” Netbeheerder Enexis wijt de problemen ook aan het gebrekkige Nederlands dat werknemers van glasvezelbedrijven spreken, waardoor communicatie lastig is. Dit zorgt niet alleen voor slordigheid in de uitvoer, maar ook voor veiligheidsrisico’s, vertelde Enexis onlangs tegen de NOS.

Toezicht vanuit gemeenten ontbreekt of is lastig

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor wat er in de ondergrond gebeurt. Zij moeten erop toezien dat alle kabels en leidingen volgens de juiste richtlijnen worden aangelegd. Maar volgens De Swart ontbreekt dat toezicht soms. “Je ziet het vooral bij de aanleg van glasvezel. Door de hoge tijdsdruk worden soms wel acht of negen ploegen hiervoor ingezet. Daar tegenover staat één opzichter vanuit de gemeente. Dat maakt het heel lastig om goed zicht te houden op de uitvoer.”

Goede afspraken en meer regie

Het zou fijn als ze gemeenten hier meer de regie bij zouden nemen en goede afspraken maken met telecombedrijven, zegt De Swart. “En er vervolgens natuurlijk op toezien dat ze zich ook aan die afspraken houden.”   

Wet- en regelgeving Wie doet wat?

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *